De componenten ondergaan een proces van pletten en vervolgens bakken, en vervolgens smelten met behulp van de elektrische boogmethode.
De uiteindelijke oplossing is vast op het extractiepunt en wordt vervolgens vermalen en gesorteerd.
De minimale temperatuurdrempel voor de vorming van calciumcarbide is 1619 graden. Meestal wordt het productieproces uitgevoerd bij een temperatuur van 1900-1950 graden. Het proces van stijgende temperatuur zal leiden tot de ontbinding van calciumcarbide in metaal en koolstof.
Het proces van calciumcarbidevorming kan worden gereproduceerd met behulp van een kleine vlamboogoven en een stroombron.
Het apparaat bestaat uit een grafietkroes of koolstofelektrode, die wordt aangepast door een verdieping te creëren voordat ongebluste kalk en cokes worden toegevoegd, die in gelijke verhoudingen worden gemeten op basis van hun gewicht. Het is bekend dat steenkool effectief stroom in het mengsel geleidt, dus het proces duurt ongeveer een half uur totdat de boog uitbrandt. Vervolgens laat men het mengsel afkoelen, waardoor een legering ontstaat. Als het experiment succesvol was, zou deze legering kleine stukjes carbide moeten bevatten. Om dit te controleren wordt de resulterende massa in water geplaatst en worden de resulterende gasbellen opgevangen in een omgekeerde reageerbuis gevuld met water.
Er kan een aantal factoren worden geïdentificeerd die de vormingssnelheid en kwaliteitskenmerken van het eindproduct beïnvloeden, waaronder grootte, dichtheid en de aanwezigheid van onzuiverheden in de grondstof. Het is ook noodzakelijk om rekening te houden met de fysieke-technische parameters van de oven en de naleving van de fasen van het technologische proces. Ondanks de modernisering van de productieprocessen blijft de productie van calciumcarbide arbeidsintensief, waardoor grote oppervlakten en financiële investeringen nodig zijn.

